AOW

De AOW is een piramidespel: wat je tijdens je werkzame leven moet betalen houdt geen verband met wat je na pensionering krijgt. Technisch is het stelsel failliet: sedert enige jaren worden de jaarlijkse uitkeringen niet meer gedekt door de jaarlijkse inleg. Ieder jaar moet er belastinggeld bij.

De AOW is voorts een mechanisme om geld over te hevelen van mensen die (te) kort leven naar mensen die lang leven. Wie op de dag van zijn pensionering overlijdt heeft levenslang betaald, maar krijgt geen cent. Wie op 78-jarige leeftijd overlijdt is ook slechter af dan wanneer hij tijdens zijn werkzame leven een bedrag ter grootte van de jaarlijkse AOW-premie voor zichzelf had gespaard. Met het gespaarde bedrag had hij in eigen levensonderhoud kunnen voorzien tot aan zijn overlijden.

Niet alleen degene die (te) vroeg overlijdt wordt door het AOW-stelsel gedupeerd, maar ook zijn nabestaanden. Wie levenslang een bedrag ter grootte van de AOW-premie voor zichzelf zou sparen, bezit op de dag van zijn pensionering een kapitaal van enkele honderdduizenden Euro's. Zou hij onverhoopt (te) vroeg overlijden, dan zouden zijn erfgenamen dat bedrag erven.

Degenen die baat hebben bij de AOW zijn niet alleen de AOW-gerechtigden die lang leven, maar ook hun erfgenamen. Door ontvangst van AOW hoeven langlevenden niet, of in mindere mate, in te teren, hetgeen de nalatenschap die zij kunnen achterlaten vergroot.

De AOW is voorts een eenheidsworst. Iedereen moet op dezelfde leeftijd met pensioen. Voor zware beroepen wordt in de toekomst misschien een uitzondering gemaakt, maar ook dat gaat gebukt onder de regel 'one size fits all.' Naar mijn mening gaat het er niet om of iemand een zwaar beroep heeft (gehad), maar of hij tot werken in staat is. Iedereen die recht van lijf en leden is, kan werken.

De AOW is op den duur onbetaalbaar. "Eén op de twee pasgeborenen wordt ouder dan 100 jaar. De meisjes van nu worden gemiddeld twaalf jaar ouder dan hun moeders. En dan praten we nog over gemiddelden. Mensen kunnen in de toekomst met gemak 110 jaar oud worden." (prof. dr. Francesco Mattace Raso, hoogeleraar geriatrie in het ErasmusMC, in de uitnodiging voor zijn lezing voor de Vrienden van het ErasmusMC van 6 juli 2019 ). Mensen zullen een eigen oudedagsvoorziening moeten opbouwen, en voor velen zal dat slechts mogelijk zijn als de overheid hen niet langer zo zwaar belast als thans het geval is. Het is van de zotte dat de overheid ieder jaar 1,5% afpakt van mensen die dat geld hard nodig hebben voor de opbouw van hun pensioenvoorziening.

Momenteel zijn er plannen de AOW pas op latere leeftijd te laten ingaan. Het zou ook denkbaar zijn de AOW (in plaats daarvan of daarenboven) te stoppen op 78-jarige leeftijd. Wie wat bezit moet vervolgens interen om in eigen levensonderhoud te voorzien, in plaats van andermans nalatenschap op te eten. Wie niets bezit kan vanaf 78-jarige leeftijd aanspraak maken op bijstand. In totaal zijn de mensen die voor de premie moeten opdraaien (en hun erfgenamen) daarmee naar mijn mening goedkoper uit.

Zelf pensioen opbouwen

De AOW zal m.i. ten onder gaan aan zijn eigen tekortkomingen. Ondertussen ondermijnt de premie-heffing de mogelijkheid om zelf te sparen voor de eigen oudedagsvoorziening. Dat sparen voor eigen pensioen wordt door de overheid tegengewerkt. Ter toelichting diene het volgende:

Stel dat je EUR 250 per maand spaart gedurende 40 jaar, dan kan dat (tegen een gemiddeld samengesteld rendement van 5% per jaar) een kapitaal opleveren van bijna EUR 400.000. En dat kapitaal blijft vanaf pensionering renderen voor zover daar niet op wordt ingeteerd. EUR 250 per maand is iets meer dan de prijs van een pakje sigaretten per dag.

1. De overheid ondermijnt die eigen pensioenopbouw door jaarlijks een bedrag ter grootte van de AOW-premie af te pakken, welk bedrag dus niet beschikbaar is voor de eigen pensioen-opbouw. Niettemin, voor de prijs van iets meer dan een pakje sigaretten per dag kan men een aardig pensioen opbouwen.

2. De overheid ondermijnt die eigen pensioenopbouw voorts door belastingheffing in box 3. Uitgaande van een heffing van (ten minste) 1,2% over het opgebouwd pensioen, pakt de overheid EUR 0,012 af van iedere gespaarde Euro. En dat is niet eenmalig, nee, dezelfde gespaarde Euro wordt ieder jaar belast met 1,2%. Van iedere Euro die in jaar één wordt gespaard, pakt de overheid 40 jaar lang ieder jaar EUR 0,012 af. Dus na 40 jaar is van die gespaarde Euro nog maar EUR 0,52 over. De andere 48 cent zit in andermans portemonnee. De overheid teert dus in op jouw pensioen nog voordat je eraan toe bent zelf van je pensioen te gaan genieten. Zelfs decennia daarvóór al. Niet om de basistaken van de overheid te bekostigen, nee, om jouw geld over te hevelen naar anderen.

3. In de derde plaats doet de inflatie afbreuk aan het pensioen. De Europese Centrale Bank streeft naar een inflatie van 2% per jaar.

De combinatie van belasting (1,2% per jaar) en inflatie (2% per jaar) leidt ertoe dat het rendement van 5% bij lange na niet wordt gehaald. In plaats daarvan maak je hooguit 1,8% per jaar (5% min 1,2% min 2%). In koopkracht gemeten: in plaats van bijna EUR 400.00 bijeen te sparen zul je reëel slechts ruim EUR 170.000 bijeen sparen. Altijd nog een leuk bedrag, maar niet voldoende om in eigen pensioen te voorzien. En daarvoor moet je wel in totaal EUR 120.000 hebben ingelegd (40 * 12 * EUR 250). Jouw voordeel: EUR 50.000. Andermans voordeel: EUR 35.000 (namelijk jaarlijks 1,2% over jouw geld gedurende 40 jaar).

In plaats van mensen het vel over de oren te trekken hoort er een regeling te komen die mensen in staat stelt belastingvrij te sparen voor hun pensioen. Want waarom zouden mensen voor anderen moeten betalen zolang zij niet zelf in hun eigen pensioen kunnen voorzien?

Rotterdam, 10 juni 2019